vrijdag 5 april 2013

Verslag van Trainingswerk in Ankara. Aankomst en voorbereiding

Verslag van Ivana Risitc en Riekje Kok vanuit Ankara


Dinsdag 2 april stapten Ivana Ristic en Riekje Kok op het vliegtuig naar Ankara (via Istanbul)
In de incheckruimte kwamen we Joost Lagendijk tegen, een oude bekende van Riekje. Hij woont al 4 jaar in Istanbul en heeft met zijn Turkse vrouw – de journaliste Nevin Sungur – net hun boek  in Nederland gepresenteerd:  “De Turken komen er aan”.  Helaas zitten al zijn boeken in de al ingecheckte koffer, dus daar gaat ons gesigneerde exemplaar.

De reis verloopt voorspoedig: hulde aan Ecorys, onze samenwerkingspartner die alles perfect heeft geregeld. Om ongeveer 8 uur Turkse tijd zijn we in het guesthouse van het Minsterie, waar de receptioniste nog een maaltijd voor ons regelt.  Het guesthouse staat in een buitenwijk van Ankara tegenover een ziekenhuis en heeft 10 verdiepingen. We zijn er nog niet achter wat er precies allemaal meer gebeurt hier: er zijn mensen duidelijk bezig met een training of congres, maar we komen af en toe ook hele gezinnen tegen.

De volgende dag is de officiële opening van de driedaagse training. We maken kennis met Janet Douglas, van de Britse ambassade.  Op haar kaartje staat:  Minister Counsellor & Deputy Head of Mission.  Ze is net weer voor een periode in Turkije begonnen, nadat ze er 20 jaar geleden ook heeft gewerkt. De Britse ambassade steunt de huislijk geweld trainingen en zij staat daar met hart en ziel achter. Ze moet snel weer weg - behoorlijk chagerijnig  - omdat ze overspoeld wordt door allerlei delegaties van verschillende ministeries,  Brtise organisaties etc. die allemaal naar de vluchtelingenkampen aan de grens met Syrië willen en er zonder meer vanuit gaan dat de ambassade dat dus dan wel regelt. Een dame om te onthouden voor onze activiteiten in en met Turkije.

We komen iets meer te weten over de deelnemers aan de training . Ze zijn afkomstig uit tenminste 4 soorten instituties  en ze komen verspreid uit heel Turkije (om ook als regio’s van elkaar te kunnen leren).  De instituties zijn:
> Prevention and monitoring centers.
Op 8 maart 2012 is een nieuwe wet aangenomen in Tureije (zie ook expertmeeting in Istanbul) die o.a. voorschrijft dat er in elke regio preventie en monitoring centers moeten worden opgericht.
Deze zijn dus nog heel nieuw en nog maar in 14 regio’s actief. Ze moeten preventieprogramma’s opzetten en fieten en cijfers over (de aanpak) van huiselijk geweld verzamelen, dus een deel van de taken komt overeen met die van de (A)SHG’s.
> First application centers.
Hier kunnen slachtoffers zich melden voor hulp. Ze kunnen dan voor maximaal 15  dagen opgenomen worden en de vindt diagnostiek en screening plaats.
> Shelters.
Daar zijn er nu meer van, met name de shelter  die onder het ministerie vallen zijn toegenomen.  Dat horen we van Zeliha Unaldi een bekende van onze Turkse projectleider in DOVE. Zeliha is zelfstandige en geeft een hele middag training aan twee groepen  over gender.
> ambtenaren van ministeries (en gemeenten?)
Het gaat om een gemengde groep van allerlei disciplines, die – ook dat horen we van Zeliha – erg leergierig is maar ook erg klaagt over het gebrek aan faciliteiten op de werkvloer. Dat komt dus overeen met de ervaring van Marieke.  De groep bestaat uit psychologen, sociologen, verpleegsters, vroegere childcare workers die zich nu  voor het eerst met huiselijk geweld moeten bezighouden, onderwijzers en vast nog meer disciplines.
We passen wat we in Nederland hebben voorbereid nog wat aan en checken bij Zeliha of ze denkt dat de film (Als ik haar was, van stichting Kezban) geschikt zal zijn voor deze groep. Zij denkt van wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten