Woensdagochtend half 10 en de zaal zit stampvol. We zijn er beduusd van. We hadden gerekend op hooguit zo’n 10 stakeholders voor onze ‘round table’, het zijn er bijna 30. NAPTIP, de Immigratiedienst, de politie, advocaten, het Ministerie van Vrouwenzaken, IOM, de immigration liaison officer van de Nederlandse ambassade, veel NGO’s zoals Idia Renaissance, Women Consortium of Nigeria, Caritas Nigeria, de Crime Victims Foundation, ze zijn er allemaal. En bijna allemaal zijn ze met z’n tweeën of drieën, soms in vol uniform zoals de immigratiedienst en de politie. We hebben niet genoeg stoelen voor aan tafel, mensen maken plaats voor elkaar en gaan op stoelen langs de muur zitten. We halen overhaast nog een paar stoelen uit de zaal ernaast. Na de bijeenkomst zullen we een groot compliment van een deelnemer krijgen die zegt: ‘Ik ben al op heel wat bijeenkomsten geweest, maar dit is voor het eerst dat ik al deze spelers bij elkaar zie.’ Hulde aan sister Patricia die dit met eindeloze tripjes naar alle partijen voor elkaar heeft gekregen!
We spreken over de dilemma’s waar we in Nederland en in
Nigeria mee te maken hebben, maar ook over wat wél goed gaat. Het is voor
iedereen duidelijk dat de problemen groot zijn in Nigeria, niet alleen rondom
mensenhandel, maar ook als het om kindermishandeling, incest en huiselijk
geweld gaat is er veel rechteloosheid. Wat mensenhandel betreft komt niet
alleen buitenlandse handel aan bod, maar ook de grootschalige interne
mensenhandel, voor prostitutie, maar ook voor huishoudelijke slaven, vaak nog
jonge kinderen als ze worden verkocht.
Er is veel herkenning over en weer tussen de Nigerianen en Nederlanders. Aan beide kanten wordt terugkeer van Nigeriaanse slachtoffers als moeilijk ervaren. Besproken wordt waarom Nigeriaanse slachtoffers in Nederland soms een valse identiteit opgeven en niet de waarheid vertellen over hoe ze zijn verhandeld. Er wordt gesteld dat de vrouwen vaak door een bekende of familielid worden verhandeld en dat vrouwen het gewoon niet aandurven om tegen hen te getuigen, omdat ze dan werkelijk alles verliezen. Bovendien hebben ze vaak nog hoge schulden. Een hulpverlener merkt op dat hierdoor zaken van Nigeriaanse slachtoffers van mensenhandel juist worden verloren, omdat de vrouwen geen openheid van zaken geven en er dus ‘geen zaak’ is. Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel waarbij nog minder vrouwen hun mond open doen en hulpverleners, politie en justitie stevig gefrustreerd raken.
Als het om veilige terugkeer van Nigeriaanse slachtoffers van mensenhandel gaat komen verschillende factoren ter sprake die terugkeer belemmeren. Sommige deelnemers denken dat de opvanghuizen in Nederland te comfortabel zijn en dat de Nigeriaanse opvang hier nooit tegenop kan. De Nederlandse hulpverleners merken op dat er niet voor niets in nationale en internationale verdragen basisvoorzieningen zijn neergelegd die gelden voor álle slachtoffers. Je kunt niet bepaalde groepen uitsluiten, omdat ze uit een land komen waar de levensstandaard een stuk lager ligt dan in Nederland. En ook in Nederland geldt dat er grenzen zijn aan wat mogelijk is in de opvang en begeleiding: uitgeprocedeerde cliënten worden uiteindelijk verwezen naar bijvoorbeeld een gezinslocatie met minimale voorzieningen.
Een andere belemmering voor veilige terugkeer die wordt genoemd
is dat slachtoffers van mensenhandel soms in grote ‘cargo’s’ worden
gedeporteerd, bijvoorbeeld vanuit Italië. Hulpverleningsorganisaties –die
sowieso al niet ruim in hun jasje zitten- hebben dan bij lange na niet
voldoende capaciteit om alle slachtoffers op te vangen en bovendien horen zij
het vaak pas heel kort van te voren.
Ook de rol van de familie is belangrijk: als die een rol
heeft gespeeld in de mensenhandel, of als zij hun dochter veroordelen voor wat
er is gebeurd, is hereniging vaak moeilijk en soms zelfs onmogelijk. Als
aanbeveling wordt gegeven dat een vrouw dan misschien beter af is in een ander
deel van Nigeria, zodat ze daar een nieuw leven kan opbouwen. Ook Lagos wordt
als een veilige bestemming gezien, omdat het een immens grote stad is met zijn
20 miljoen inwoners.
Maar de allerbelangrijkste belemmering om terug te keren
wordt het ontbreken van een duurzaam perspectief genoemd om in Nigeria weer
werk of een opleiding te vinden waarmee genoeg kan worden verdiend. Dat is
meteen ook één van de belangrijkste aanbevelingen van de Round Table: zorg voor
een goed re-integratiepakket, met een budget dat vooral ook flexibel en op maat
kan worden besteed, waarbij ook goede opvang en begeleiding is geregeld en er aandacht
is voor het sociale netwerk van de vrouw, zoals bijvoorbeeld de familie.
Zelfs als een familielid betrokken is geweest bij de
mensenhandel, is het soms wél mogelijk om te bemiddelen door een ander
familielid in te zetten om het slachtoffer te ondersteunen. Eén van de
deelnemers haalt hierbij het voorbeeld aan van een casus waarin de vader zijn
dochter had verhandeld. In overleg met justitie kwam men tot het inzicht dat
het gezin beter af was met gerichte steun aan de moeder om haar teruggekeerde
dochter op te vangen dan door de vader gevangen te zetten. Het lukte de dochter
en moeder om een bedrijfje op te zetten, waar uiteindelijk ook de vader weer
bij betrokken raakte, zodat uiteindelijk het hele gezin beter af was.
Daarnaast wordt medische zorg heel belangrijk geacht door de
deelnemers aan de Round Table, omdat veel vrouwen (en ook hun kinderen)
onvoldoende medische zorg hebben gehad in het buitenland, zeker als ze
ongedocumenteerd waren en niet in de opvang zaten. Vooral voor vrouwen die in
de prostitutie hebben gewerkt is een goede check-up essentieel in verband met
het risico op SOA en Aids. Uiteraard kan daarnaast psychologische hulp en
juridische ondersteuning na terugkeer ook heel belangrijk zijn.
Tot slot wordt door alle deelnemers het belang van
onderlinge samenwerking en een goede samenwerking genoemd als essentieel voor
veilige terugkeer en re-integratie. Deze Round Table wordt daarbij als goede
aanzet gezien en er worden driftig kaartjes en telefoonnummers uitgewisseld. Wat
ons opvalt is dat iedereen bereid lijkt tot samenwerking, ondanks dat er
duidelijk ook tegenstellingen en felle discussies zijn. De tegenstellingen
lijken vooral te maken hebben met gebrek aan contact, en als dat er wel is soms
een flinke kink in de communicatiekabel.
’s Middags hebben we onze eerste cliëntinterviews, met zes vrouwen die door COSUDOW zijn geholpen. Dit is een spannend moment, omdat we de vrouwen (en hun meegebrachte kinderen) absoluut op hun gemak willen stellen en willen vermijden dat het ‘aapjes kijken’ wordt. Je zult het immers maar meemaken dat je opeens met vier witte vrouwen in de huiskamer van het shelter van COSUDOW zit. Gelukkig heeft Sister Patricia ook dit goed voorbereid en de vrouwen die komen zijn kind aan huis bij COSUDOW. Zij hebben veel vertrouwen in de zusters en als die zeggen dat ook wij te vertrouwen zijn, willen ze zonder schroom met ons praten. Sommigen zijn al jaren weer terug in Nigeria, maar ze houden nog steeds contact met de zusters en ook met elkaar.
We horen trieste verhalen, maar ook hoopvolle geluiden. Een vrouw heeft haar eigen kapsalon geopend en heeft nu weer een studie opgepakt. Een ander is net getrouwd en zal binnenkort van haar eerste kindje bevallen. Een derde is al als kind verhandeld en heeft na terugkeer in Nigeria meer dan twee jaar bij de zusters in een klooster gewoond. Zij beschouwt de zusters als haar familie, haar enige familie, want ze was pas vier toen ze voor het eerst verhandeld werd en ze kan zich niet meer herinneren waar ze oorspronkelijk vandaan komt.
We krijgen toestemming van de vrouwen om ze te filmen en brengen alleen hun voeten en een deel van hun jurk en handen in beeld, om herkenning te voorkomen. Aan het eind van de middag interviewen we ook Sister Patricia en Sister Bibiana over hun werk bij COSUDOW. Als semiprofessionele filmmakers filmen en ‘cutten’ we fragmenten. Van het ruwe materiaal hopen we uiteindelijk een filmpje van 10 minuten over te houden om aan cliënten in Nederland te laten zien. Gelukkig hebben we een professional ingehuurd die er in Nederland mee aan de slag mag.
’s Avonds spreken we ook nog met de vertegenwoordiger van Idia Renaissance, een organisatie die al vanaf 1999 de strijd aangaat tegen mensenhandel en terugkerende slachtoffers begeleidt bij hun re-integratie, onder ander door het aanbieden van opleidingen die officieel gecertificeerd zijn. Het is een inspirerend gesprek met een bevlogen man, die vol vuur vertelt over wat zijn organisatie doet. In Nederland werken zijn vooral samen met Maatwerk bij Terugkeer, maar daarnaast hebben ze nog veel meer internationale partners en in Nigeria is COSUDOW voor hen een belangrijke partner waarmee ze veel samenwerken.
Net op tijd zijn we terug in het hostel dat door nonnen (niet die van COSUDOW) als een ouderwetse jeugdherberg wordt gerund. We moeten elke avond uiterlijk om half 11 weer binnen zijn, daarna gaat de poort op slot. Uitgelaten komen we om vijf voor half 11 aanwaaien, bijna rennend vanuit het naburig IBIS hotel waar gratis internet is en waar we elke avond na afloop van het dagprogramma werken aan de verslagen, mail en voorbereidingen van de dag erop. De portier kan een glimlach niet onderdrukken, maar kijkt ons voor de vorm nog eens streng aan.
Morgen naar IOM en NAPTIP, we zijn benieuwd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten