20 maart 2014
Na het prettige gesprek bij IOM reizen we meteen door naar
het hoofdkantoor van NAPTIP in Lagos, dat om de hoek ligt. Ook hier passeren we
een toegangspoort en moeten we ons bezoek inschrijven. We worden ontvangen door
Joseph Famakin, de ‘Zonal Commander’ van NAPTIP in Lagos, en door Lizzy en
Hajara, de twee maatschappelijke werksters die bij de training aan het begin
van de week aanwezig waren. NAPTIP staat voor National Agency for Prohibition
of Traffic in Persons and Other Related Matters en is sinds 2003 actief als
resultaat van het VN Palermo Protocol dat een nieuwe internationale definitie
van mensenhandel vastlegde, inclusief te nemen wereldwijde maatregelen.
De heer Famakin is een voormalig politieman die nu de
scepter over NAPTIP Lagos zwaait. Hij verontschuldigt zich voor het feit dat
het bloedheet is in zijn kantoor, aangezien er sinds de vroege ochtend al
sprake was van een stroomstoring die nog maar net verholpen is en er geen warm
water beschikbaar is. Gelukkig hebben we bij IOM al een smakelijk bakje koffie
gehad, zodat we het nu prima kunnen doen met water en crackers. Joseph Famakin neemt
uitvoerig de tijd voor ons en benoemt de verschillende aspecten van het werk
van NAPTIP, die hij samenvat in de ‘Four P’s’: Prevention, Protection,
Prosecution en Partnerhips. NAPTIP is geen politieorganisatie, maar werkt wel
nauw samen met politie en justitie. Sommige politiemensen of immigratiebeambten
zijn bij NAPTIP gedetacheerd vanuit hun eigen organisatie, andere medewerkers
hebben een rechtstreeks contract bij NAPTIP.
Wat preventie betreft is NAPTIP net met een nieuwe grote
campagne begonnen, waarbij zowel het algemene publiek als scholen, kerken en
moskeeën worden bezocht. Over de P van Prosecution, vervolging, merkt hij op
dat er tussen 2003 en 2013 208 mensenhandelaren in Nigeria zijn veroordeeld en
dat er sinds begin 2014 vier nieuwe zaken zijn geweest die tot een veroordeling
hebben geleid. Hij is heel blij met een aangepaste wet die net gisteren door
het parlement is aangenomen, waarbij met name de minimumstraffen aanzienlijk zijn
verhoogd, van twee jaar in de oude wet naar minimaal zeven jaar in de nieuwe
wetgeving. Ook voorziet de nieuwe wet in de vervolging van de zogenaamde ‘baby
factories’, waarin vrouwen, al dan niet gedwongen, worden bijeengebracht om
kinderen ter wereld te brengen die vervolgens worden verkocht voor adoptie. Eén
van mijn reisgenoten kent dit verschijnsel overigens ook van een cliënt uit
Rusland, die gedwongen werd om twee baby’s af te staan, voordat ze met een
derde baby kon ontsnappen.
Joseph Famakin noemt de Ju-Ju voodoo een belemmerende factor
voor vervolging van mensenhandelaren. Hij merkt op dat veel slachtoffers voor
vertrek een geheimhouding eed afleggen bij een Ju-Ju priester en dat zij daardoor
bang zijn om te getuigen. Ook al zijn slachtoffers overtuigd katholiek of lid
van een pinkstergemeente, deze onderliggende oude tradities spelen nog steeds
een grote rol en kunnen het slachtoffer beïnvloeden. Ook andere
gesprekspartners hebben dit bevestigd, alhoewel men zich er ook van bewust is
dat de verwijzing naar Ju-Ju soms ook wordt gebruikt om te proberen een
verblijfsvergunning te krijgen. Toch zijn veel slachtoffers oprecht heel bang,
wordt door iedereen bevestigd.
Wat de rol van het slachtoffer in het strafproces betreft,
geeft Joseph Famakin aan dat NAPTIP cliënten niet dwingt tot het doen van
aangifte en ook dat het doen van aangifte geen vereiste is om hulp te krijgen
van NAPTIP. Verder merkt hij op dat slachtoffers niet gecriminaliseerd worden,
ook niet als ze een strafbaar feit hebben begaan in de periode dat ze zijn
verhandeld.
De volgende P die Joseph Famakin benadrukt is de P voor Partnership
en hij geeft aan met veel partijen samen te werken, waaronder politie en
justitie in Nigeria en in het buitenland, NGO’s en ‘faith based organizations’
((FBO), IOM en verschillende VN-organisaties zoals Unicef. Hij geeft aan dat
veel slachtoffers toch eerder vertrouwen hebben in een NGO of FBO dan in een
overheidsorganisatie en dat dit daarom voor hen belangrijke partners zijn.
Uit informatie op de NAPTIP website is op te maken dat de
NAPTIP shelters in Nigeria een totale capaciteit hebben van 293 bedden, waarbij
het shelter in Lagos het grootste is:
S/N
|
LOCATION OF SHELTER
|
NUMBER OF BEDSPACE
|
1.
|
Abuja
|
38
|
2.
|
Lagos
|
60
|
3.
|
Benin
|
40
|
4.
|
Uyo
|
45
|
5.
|
Enugu
|
30
|
6.
|
Kano
|
30
|
7.
|
Sokoto
|
30
|
8.
|
Maiduguri
|
20
|
Total
no of beds
|
|
293
|
Volgens dezelfde website zijn tussen 2004 en juli 2012 in
totaal 6.328 slachtoffers opgevangen, 4.655 vrouwen en 1.727 mannen. Daarvan
zijn 191 cliënten ondersteund bij terugkeer naar school of het verwerven van
beroepsvaardigheden (vocational skills). Daarnaast zijn 453 slachtoffers
ondersteund bij het opzetten van hun eigen bedrijf, inclusief een
re-integratiebudget. Afgezet tegen het totale aantal cliënten kan op basis van
de NAPTIP website dus worden geconcludeerd dat zo’n 10% van de cliënten in deze
periode actieve ondersteuning heeft gekregen bij re-integratie. Wellicht heeft
dit lage aantal te maken met de beperkte financiële middelen van NAPTIP. Ook is
niet duidelijk of met dit aantal alleen de trajecten worden bedoeld die door
NAPTIP zelf zijn uitgevoerd, of dat het alle re-integratietrajecten betreft.
Dit wordt nog nagevraagd.
In de middag reizen we met maatschappelijk werkster Lizzy
naar het NAPTIP shelter in Lagos. We worden vriendelijk ontvangen en mogen na
enig overleg foto’s nemen van de opvang, zolang er maar geen cliënten in beeld
komen en er geen beelden worden gemaakt van de omgeving waarin het shelter zich
bevindt. Op dit moment zijn er 37 vrouwen en kinderen in het Lagos shelter. Als
er mannelijke slachtoffers zijn, worden die in een aparte vleugel opgevangen. We
krijgen een rondleiding en ontmoeten enkele maatschappelijke werkers. Er is
geen gelegenheid om met de cliënten te praten, ook al kunnen we informeel wat
uitwisselen als we een pasgeboren baby bewonderen. De moeder verblijft al drie
maanden in het shelter, misschien omdat ze zwanger was bij binnenkomst,
misschien om andere redenen, dat wordt niet duidelijk. De cliënten slapen in
stapelbedden met gemiddeld acht slaapplekken per kamer, er is een –bescheiden-
activiteitenruimte, een grote eetzaal waarin de ‘complaints box’ een opvallende
plaats inneemt, een kantoor voor de maatschappelijk werkers en er zijn roosters
opgehangen met daarop de activiteiten die plaatsvinden.
Met één bezoek aan het NAPTIP kantoor en het NAPTIP shelter
in Lagos is het niet te doen om een sluitend beeld te krijgen van wat de
organisatie betekent in de bestrijding van mensenhandel in Nigeria en de opvang
van slachtoffers. Wat we wel kunnen zeggen is dat de twee maatschappelijk
werksters die we tijdens de training hebben leren kennen beschikken over een
grote expertise en vol betrokkenheid spreken over hun cliënten. Zij hebben ook
vaak langere tijd contact met hun cliënten en nemen daarbij de rol op zich van
trajectbegeleiders. Wat het shelter in Lagos betreft dat we van binnen hebben
bekeken: het is zeker een stuk armoediger dan de opvang in Nederland, maar de
basis is er wel degelijk en de medewerksters maken een geschoolde indruk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten