maandag 24 maart 2014

Safe Return in Nigeria: NAPTIP

Bijdrage van Trijntje Kootstra vanuit Nigeria, dag 4 deel 2
20 maart 2014

Na het prettige gesprek bij IOM reizen we meteen door naar het hoofdkantoor van NAPTIP in Lagos, dat om de hoek ligt. Ook hier passeren we een toegangspoort en moeten we ons bezoek inschrijven. We worden ontvangen door Joseph Famakin, de ‘Zonal Commander’ van NAPTIP in Lagos, en door Lizzy en Hajara, de twee maatschappelijke werksters die bij de training aan het begin van de week aanwezig waren. NAPTIP staat voor National Agency for Prohibition of Traffic in Persons and Other Related Matters en is sinds 2003 actief als resultaat van het VN Palermo Protocol dat een nieuwe internationale definitie van mensenhandel vastlegde, inclusief te nemen wereldwijde maatregelen.

De heer Famakin is een voormalig politieman die nu de scepter over NAPTIP Lagos zwaait. Hij verontschuldigt zich voor het feit dat het bloedheet is in zijn kantoor, aangezien er sinds de vroege ochtend al sprake was van een stroomstoring die nog maar net verholpen is en er geen warm water beschikbaar is. Gelukkig hebben we bij IOM al een smakelijk bakje koffie gehad, zodat we het nu prima kunnen doen met water en crackers. Joseph Famakin neemt uitvoerig de tijd voor ons en benoemt de verschillende aspecten van het werk van NAPTIP, die hij samenvat in de ‘Four P’s’: Prevention, Protection, Prosecution en Partnerhips. NAPTIP is geen politieorganisatie, maar werkt wel nauw samen met politie en justitie. Sommige politiemensen of immigratiebeambten zijn bij NAPTIP gedetacheerd vanuit hun eigen organisatie, andere medewerkers hebben een rechtstreeks contract bij NAPTIP.

Wat preventie betreft is NAPTIP net met een nieuwe grote campagne begonnen, waarbij zowel het algemene publiek als scholen, kerken en moskeeën worden bezocht. Over de P van Prosecution, vervolging, merkt hij op dat er tussen 2003 en 2013 208 mensenhandelaren in Nigeria zijn veroordeeld en dat er sinds begin 2014 vier nieuwe zaken zijn geweest die tot een veroordeling hebben geleid. Hij is heel blij met een aangepaste wet die net gisteren door het parlement is aangenomen, waarbij met name de minimumstraffen aanzienlijk zijn verhoogd, van twee jaar in de oude wet naar minimaal zeven jaar in de nieuwe wetgeving. Ook voorziet de nieuwe wet in de vervolging van de zogenaamde ‘baby factories’, waarin vrouwen, al dan niet gedwongen, worden bijeengebracht om kinderen ter wereld te brengen die vervolgens worden verkocht voor adoptie. Eén van mijn reisgenoten kent dit verschijnsel overigens ook van een cliënt uit Rusland, die gedwongen werd om twee baby’s af te staan, voordat ze met een derde baby kon ontsnappen.

Joseph Famakin noemt de Ju-Ju voodoo een belemmerende factor voor vervolging van mensenhandelaren. Hij merkt op dat veel slachtoffers voor vertrek een geheimhouding eed afleggen bij een Ju-Ju priester en dat zij daardoor bang zijn om te getuigen. Ook al zijn slachtoffers overtuigd katholiek of lid van een pinkstergemeente, deze onderliggende oude tradities spelen nog steeds een grote rol en kunnen het slachtoffer beïnvloeden. Ook andere gesprekspartners hebben dit bevestigd, alhoewel men zich er ook van bewust is dat de verwijzing naar Ju-Ju soms ook wordt gebruikt om te proberen een verblijfsvergunning te krijgen. Toch zijn veel slachtoffers oprecht heel bang, wordt door iedereen bevestigd.

Wat de rol van het slachtoffer in het strafproces betreft, geeft Joseph Famakin aan dat NAPTIP cliënten niet dwingt tot het doen van aangifte en ook dat het doen van aangifte geen vereiste is om hulp te krijgen van NAPTIP. Verder merkt hij op dat slachtoffers niet gecriminaliseerd worden, ook niet als ze een strafbaar feit hebben begaan in de periode dat ze zijn verhandeld.

De volgende P die Joseph Famakin benadrukt is de P voor Partnership en hij geeft aan met veel partijen samen te werken, waaronder politie en justitie in Nigeria en in het buitenland, NGO’s en ‘faith based organizations’ ((FBO), IOM en verschillende VN-organisaties zoals Unicef. Hij geeft aan dat veel slachtoffers toch eerder vertrouwen hebben in een NGO of FBO dan in een overheidsorganisatie en dat dit daarom voor hen belangrijke partners zijn.

 
Ondanks dat wij natuurlijk waarde hechten aan de overige P’s, gaat onze grootste aandacht toch uit naar de P van Protection en wat hiervoor is geregeld via NAPTIP. Joseph Famakin legt uit dat er acht NAPTIP shelters zijn in Nigeria. Het shelter in Lagos, dat we later op de dag mogen bezoeken, heeft 60 bedden. NAPTIP heeft professionele maatschappelijke werkers in dienst en biedt begeleiding bij re-integratie. Hij geeft aan dat cliënten in principe maximaal vier tot zes weken in de shelters verblijven, soms korter, maar soms ook langer in uitzonderlijke gevallen. In deze periode wordt na een korte rustperiode gekeken hoe de vrouw (of man, want NAPTIP vangt ook mannen op) het beste kan re-integreren. Ook wordt gekeken of het veilig is om contact op te nemen met familie en anderen in het sociale netwerk van de cliënt. Er is ruimte voor het trainen van vaardigheden, maar soms gaan cliënten ook weer naar school. De training wordt soms door NAPTIP zelf uitgevoerd, soms door partnerorganisaties. In principe is het verblijf in een NAPTIP shelter vooral bedoeld als analyseperiode en gaat de cliënt daarna een re-integratieprogramma volgen, waarbij het re-integratiebudget vanuit NAPTIP wordt verstrekt als er geen andere middelen voorhanden zijn. Na de training komt de cliënt weer terug bij NAPTIP voor een laatste ‘empowerment training’.

Uit informatie op de NAPTIP website is op te maken dat de NAPTIP shelters in Nigeria een totale capaciteit hebben van 293 bedden, waarbij het shelter in Lagos het grootste is:


S/N
LOCATION OF SHELTER
NUMBER OF BEDSPACE
1. 
Abuja
38
2.  
Lagos
60
3. 
Benin
40
4. 
 Uyo
45
5. 
Enugu
30
6. 
Kano
30
7. 
Sokoto
30
8. 
Maiduguri
20
Total no of beds
 
293



Volgens dezelfde website zijn tussen 2004 en juli 2012 in totaal 6.328 slachtoffers opgevangen, 4.655 vrouwen en 1.727 mannen. Daarvan zijn 191 cliënten ondersteund bij terugkeer naar school of het verwerven van beroepsvaardigheden (vocational skills). Daarnaast zijn 453 slachtoffers ondersteund bij het opzetten van hun eigen bedrijf, inclusief een re-integratiebudget. Afgezet tegen het totale aantal cliënten kan op basis van de NAPTIP website dus worden geconcludeerd dat zo’n 10% van de cliënten in deze periode actieve ondersteuning heeft gekregen bij re-integratie. Wellicht heeft dit lage aantal te maken met de beperkte financiële middelen van NAPTIP. Ook is niet duidelijk of met dit aantal alleen de trajecten worden bedoeld die door NAPTIP zelf zijn uitgevoerd, of dat het alle re-integratietrajecten betreft. Dit wordt nog nagevraagd.

 Een heikel punt in de NAPTIP shelters is dat de cliënten niet vrij zijn om te gaan en te staan waar ze willen tijdens hun verblijf. Dit is ook al tijdens de training besproken. Lizzy en Hajara gaven daarbij aan dat dit een veiligheidsmaatregel is om te voorkomen dat slachtoffers opnieuw in de handen van mensenhandelaren vallen. Als tijdens het verblijf bij NAPTIP blijkt dat het veilig is om contact op te nemen met de familie of anderen uit het netwerk van de cliënt, dan gebeurt dit, aldus de maatschappelijk werksters.


In de middag reizen we met maatschappelijk werkster Lizzy naar het NAPTIP shelter in Lagos. We worden vriendelijk ontvangen en mogen na enig overleg foto’s nemen van de opvang, zolang er maar geen cliënten in beeld komen en er geen beelden worden gemaakt van de omgeving waarin het shelter zich bevindt. Op dit moment zijn er 37 vrouwen en kinderen in het Lagos shelter. Als er mannelijke slachtoffers zijn, worden die in een aparte vleugel opgevangen. We krijgen een rondleiding en ontmoeten enkele maatschappelijke werkers. Er is geen gelegenheid om met de cliënten te praten, ook al kunnen we informeel wat uitwisselen als we een pasgeboren baby bewonderen. De moeder verblijft al drie maanden in het shelter, misschien omdat ze zwanger was bij binnenkomst, misschien om andere redenen, dat wordt niet duidelijk. De cliënten slapen in stapelbedden met gemiddeld acht slaapplekken per kamer, er is een –bescheiden- activiteitenruimte, een grote eetzaal waarin de ‘complaints box’ een opvallende plaats inneemt, een kantoor voor de maatschappelijk werkers en er zijn roosters opgehangen met daarop de activiteiten die plaatsvinden.

Met één bezoek aan het NAPTIP kantoor en het NAPTIP shelter in Lagos is het niet te doen om een sluitend beeld te krijgen van wat de organisatie betekent in de bestrijding van mensenhandel in Nigeria en de opvang van slachtoffers. Wat we wel kunnen zeggen is dat de twee maatschappelijk werksters die we tijdens de training hebben leren kennen beschikken over een grote expertise en vol betrokkenheid spreken over hun cliënten. Zij hebben ook vaak langere tijd contact met hun cliënten en nemen daarbij de rol op zich van trajectbegeleiders. Wat het shelter in Lagos betreft dat we van binnen hebben bekeken: het is zeker een stuk armoediger dan de opvang in Nederland, maar de basis is er wel degelijk en de medewerksters maken een geschoolde indruk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten