21 maart 2014
Daarna springen we weer in het busje van COSUDOW, dat
oorspronkelijk door IOM is geschonken, en beginnen aan de lange reis naar
Victoria Island, waar de dependance van de Nederlandse Ambassade zich bevindt.
Onze chauffeur Sunday, die bij COSUDOW in dienst is, kan niet lezen of
schrijven, maar rijden kan hij gelukkig wel en hij loodst ons behendig door het
verkeer.
Bij de Nederlandse ambassadekantoor in Lagos worden we
ontvangen door de ‘immigration liaison officer’ (ILO) die door de IND, dus het
Ministerie van Veiligheid en Justitie, in Lagos is gestationeerd. We hebben hem
woensdag al leren kennen tijdens de ronde tafel en hebben vandaag de tijd om
wat uitgebreider met elkaar van gedachten te wisselen.
Deze ILO werkt sinds twee jaar in Lagos, daarvoor zat hij in
Kenia voor hetzelfde werk. In totaal heeft de IND 13 ‘immigration liaison
officers’ gestationeerd over de hele wereld om illegale migratie te voorkomen
en slachtoffers van mensenhandel te signaleren vóór vertrek. De ILO traint en
adviseert onder andere luchtvaartmaatschappijen, medewerkers van de Nigeriaanse
immigratiedienst, ambassadestaf en ‘handling agencies’, zoals bijvoorbeeld het
grondpersoneel van luchtvaartmaatschappijen die via een lokaal bedrijf werken.
Ook is hij meerdere avonden per week op het vliegveld in Lagos aanwezig om ter
plekke te observeren en medewerkers te begeleiden. Ook hij geeft aan dat er de
laatste tijd veel Nigeriaanse vrouwen naar Rusland vertrekken en naar het
Midden-Oosten, zoals Dubai.
Regelmatig komt het voor dat de ILO de
luchtvaartmaatschappijen negatief adviseert over het wel of niet meenemen van
reizigers. ‘Red flags’ zijn bijvoorbeeld een meisje dat uit Benin City komt,
voor het eerst naar het buitenland reist, aangeeft dat ze ‘iets met mode’ gaat
doen, maar nauwelijks Engels spreekt. Of een jongen die via een ingewikkelde
route naar Algiers reist, maar waarschijnlijk de bedoeling heeft om in Parijs
uit te stappen. De ILO heeft de indruk dat de rechtstreekse route via KLM naar
Amsterdam aardig is ‘opgedroogd’ door betere controles op het vliegveld in
Lagos, maar dat veel slachtoffers via een omweg reizen, met andere
luchtvaartmaatschappijen en veel stopovers onderweg. Als wij aangeven dat veel
cliënten ons vertellen dat zij niet zelf de beschikking hadden over hun
paspoort, merkt hij op dat het wel degelijk mogelijk is om de douane in Nigeria
te passeren waarbij de handelaar de paspoorten vasthoudt. Sowieso waarschuwt
hij voor corruptie op het vliegveld onder laagbetaalde douaneambtenaren.
Standaard worden bijvoorbeeld de koffers bij vertrek open gemaakt en moet voor
een vlotte doorgang betaald worden. Toch staat Lagos niet (meer) op de lijst
van ‘afschrift plichtige’ luchthavens wat Nederland betreft. Bij afschrift plichtige
luchthavens zijn luchtvaartmaatschappijen verplicht om een kopie te maken van
alle ID-documenten en de eventuele visa van de passagiers op het moment van
vertrek. Als een passagier zich dan bij aankomst bij de Nederlandse douane
meldt zonder papieren, kan worden teruggegrepen op de gemaakte kopieën. Voor
Nigeria is dit op dit moment dus niet meer nodig wat de rechtstreekse route
naar Nederland betreft.
Ook de ILO benoemt dat het bijzonder was dat alle relevante
partijen er waren op de round table van woensdag; hij heeft dit nog niet eerder
meegemaakt. Over NAPTIP merkt hij op dat zij beperkte middelen hebben om hun
werk te doen, wat misschien het lage aantal slachtoffers verklaart dat
daadwerkelijk met een re-integratiebudget wordt begeleid.
Een ander punt dat tijdens deze week door verschillende
partners is benoemd zijn de ‘repatriëringsvluchten’. Dit zijn speciale vluchten
die worden georganiseerd om mensen zonder verblijfsvergunning terug te brengen
naar het land van herkomst. Wat re-integratie betreft, benadrukt de ILO dat het
belangrijk is dat mensen zo snel mogelijk weer op eigen benen staan en dat werk
in de informele sector vaak het beste past, vanwege de hoge werkloosheid in
Nigeria. Hij raadt slachtoffers daarbij aan juist niet in de stad van herkomst
een bedrijfje te beginnen, om te voorkomen dat de hele familie het
vanzelfsprekend vindt ‘op de pof’ te mogen kopen.
Nadat we afscheid hebben genomen van de ILO beginnen we aan
de terugreis naar Ikeja, over de grote brug die Victoria Island van het
vasteland scheidt. Het duurt aanzienlijk langer dan op de heenweg, maar
gelukkig is het nog geen spitsuur en staat de boel nog niet helemaal vast. Na
een korte pitstop in het Ibis Hotel, waar we nog snel even de mail checken en
online inchecken, gaan we voor de laatste keer naar het COSUDOW shelter om
afscheid te nemen van de zusters. Intussen is het gaan stortregenen, voor ons
een welkome afwisseling van de drukkende hitte (30° Celcius) en een goede
voorbereiding op de terugreis naar Nederland, maar de zusters maken zich zorgen
over de wegen en sporen ons aan om zo snel mogelijk naar het vliegveld te
vertrekken. Dus stappen we voor de laatste keer met z’n allen, Sister Patricia,
Sister Bibiana, chauffeur Sunday, assistent Anthony en wij vieren, weer in het
busje. En het is inderdaad goed dat we op tijd zijn vertrokken, want vlakbij
het vliegveld is de weg voor een deel ondergelopen. En hoezeer we het ook naar
onze zin hebben gehad deze week in Nigeria, we willen toch ook wel weer naar
huis!
Maar eerst volgt nog een laatste afspraak op het vliegveld,
met de Immigration Service. De dame van de Immigratiedienst die woensdag bij de
ronde tafel was heeft deze afspraak voor ons gemaakt met Gerald Dilibe, de
‘comptroller of immigration’ ofwel de hoogste baas van de Immigratiedienst op
het vliegveld Lagos. Voordat we hem te zien krijgen, komt de ILO ons weer
begroeten, want dit is een avond dat hij op de luchthaven werkt. Hij begeleidt
ons langs de douane, samen met de geüniformeerde immigratiebeambten die door de
heer Dilibe zijn gestuurd om ons op te halen. Onze koffers hoeven deze keer dan
ook niet geopend te worden. Gerard Dilibe blijkt een zeer energieke man te zijn
die zich sterk betrokken toont bij het onderwerp en ons hartelijk begroet.
Zuster Patricia en hij zijn ook geen onbekenden voor elkaar en hebben al
regelmatig met elkaar gesproken. Bovendien heeft hij een schat aan informatie
over nieuwe bestemmingslanden. Gerard Dilibe observeert dat Nigeriaanse vrouwen
de laatste tijd vooral naar Dubai, Rusland, Frankrijk, Cairo, Abu Dhabi,
Maleisië en Zuid-Afrika vertrekken, met name om in de prostitutie te werken.
Hij noemt het broodnodig dat er naast opvang wordt gewerkt aan een structurele
oplossing en ziet die vooral in een intensieve preventiecampagne. Het wordt een
geanimeerde afsluiting van een succesvolle week. Wat opvalt in het gesprek is
dat de Immigratiedienst niet zo heel veel lijkt te weten van het werk van
NAPTIP. Kennelijk kan hier nog wel wat worden gewonnen aan ketensamenwerking.
De Immigratiedienst draagt terugkeerders die op het vliegveld eruit worden
gepikt na een kort verhoor over aan NAPTIP voor opvang en begeleiding bij
re-integratie, maar weet bijvoorbeeld niet hoe lang de cliënten vervolgens in
het NAPTIP shelter blijven. Ook is hij niet op de hoogte van het feit dat
cliënten het NAPTIP shelter niet kunnen verlaten tijdens hun verblijf. Met IOM
werkt de Immigratiedienst ook samen, net als met COSUDOW en andere NGO’s.
Uiteindelijk zijn wij om 10 uur ’s avonds, een uur voor
vertrek naar Nederland, klaar met alle gesprekken. We zitten boordevol
indrukken en kijken samen terug op een geweldige week. We hebben naast de
training heel veel cliënten en ketenpartners gesproken en hopen dat we, samen
met COSUDOW, de basis hebben gelegd voor een samenwerking op langere termijn.
Wij gaan ervoor!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten