20 maart 2014
Vroeg in de ochtend staan we klaar voor ons bezoek aan IOM.
Net zoals bijna alle kantoren en woonhuizen in de betere wijken van Lagos,
bevindt het kantoor van IOM zich achter een toegangspoort. Nadat we zijn binnen
gelaten zien we, net als in de andere ‘gated communities’, een brede straat
waaraan veel huizen en kantoren staan en die half rond loopt. Het minibuurtje
is omgeven door een muur en alle gebouwen hebben ook nog een eigen muur met
daarop prikkeldraad en soms ook glasscherven. Ook het COSUDOW shelter bevindt
zich in zo’n ‘beschermde buurt’. Ondanks dat we ons nog geen seconde onveilig
hebben gevoeld tijdens ons verblijf in Nigeria en ook gewoon met z’n vieren
over straat lopen, óók ’s avonds, is het kennelijk toch nodig om dit soort
maatregelen te treffen. Het zal ongetwijfeld te maken hebben met de
waarschuwing op de site van Buitenlandse Zaken om ‘extra alert’ te zijn in
Nigeria, waarbij met name wordt gewaarschuwd voor gewapende roofovervallen.
Onze eigen veiligheidsmaatregelen houden verder in dat we altijd minimaal met
z’n tweeën op pad gaan, in de auto voor de zekerheid de deuren vergrendelen en
alleen overdag geld pinnen (dat laatste doe ik overigens in Nederland ook).
Voor de rest is het vooral een kwestie van je gezonde verstand gebruiken en dat
hebben we gelukkig!
We worden allerhartelijkst ontvangen door Winnie Aideyan van IOM en haar medewerkster Julia. Zij geeft aan dat IOM Nigeria al sinds 2002 slachtoffers van mensenhandel begeleidt bij vrijwillige terugkeer naar Nigeria en ook het één en ander heeft gedaan op het gebied van voorlichting en preventie. IOM Nigeria ontvangt over het algemeen van een collega-kantoor in het buitenland bericht over terugkeerders en wacht hen dan op op het vliegveld. Als het mogelijk is, doen ze van tevoren een ‘family assessment’ om te kijken of het veilig is dat het slachtoffer weer contact opneemt met haar familie. Dat doen ze telefonisch of via werkbezoeken en er wordt gekeken waar het slachtoffer vandaan komt en hoe de familie staat tegenover de terugkeerder. Als het vermoeden bestaat dat de familie betrokken is geweest bij de mensenhandel, wordt contact sterk afgeraden en neemt IOM ook geen contact op.
Winnie geeft aan dat het vaak wel, maar niet altijd lukt om
de terugkerende vrouwen op te vangen op het vliegveld. Ondanks dat IOM een
pasje heeft om achter de douane te komen en zij meestal van het collega-kantoor
een beschrijving hebben van de terugkeerder, willen sommige cliënten gewoon
geen contact bij aankomst. Het komt voor dat zij de IOM medewerkers welbewust
ontlopen en in de massa opgaan bij aankomst. Ook komt het geregeld voor dat er
toch familie of een vriendje op de cliënt wacht, ondanks dat veel cliënten
aangeven niemand meer te hebben in Nigeria. In bepaalde gevallen bestaat ook
het vermoeden dat de vrouw wordt opgewacht door haar handelaar. In alle
gevallen probeert IOM de vrouw over te halen toch met hen mee te gaan, om in
alle rust te kunnen praten over de mogelijkheden van re-integratie. Tegelijkertijd
merkt Winnie op dat IOM de cliënten niet kan dwingen om met hen mee te gaan,
want het blijft op vrijwillige basis. Wat daarbij wel helpt is dat het
eventuele re-integratiebudget alleen beschikbaar is als de cliënt samenwerkt
met IOM of een andere organisatie die de cliënt bij terugkeer en re-integratie
begeleidt.
Behalve het geld voor de reis en een bescheiden zakgeld,
biedt IOM een overnachting aan voor tenminste één nacht, zodat daarna gepraat
kan worden over de re-integratiemogelijkheden, bijvoorbeeld via een
ketenpartner. Soms zijn die mogelijkheden goed voorhanden, als een cliënt
terugkeert met een re-integratiebudget. Vaak houdt IOM dan de vinger aan de pols
bij het besteden van het budget, als er geen andere organisatie is die dit kan
overnemen. Soms echter komt de cliënt zonder budget terug en dan zijn de
mogelijkheden voor ondersteuning bij re-integratie beperkt. Het wordt niet
helemaal duidelijk tijdens het gesprek of IOM dan ook een beroep kan doen op
NAPTIP voor re-integratie en dit wordt nog nader uitgezocht.
De eerste maanden na terugkeer zijn moeilijk, maar haar
ervaring is dat terugkeerders zich uiteindelijk weer goed settelen in Nigeria
en blij zijn dat ze weer terug zijn, zeker als de familie daarbij kan
ondersteunen. Als het niet veilig is voor een vrouw om naar haar familie of
streek van herkomst terug te keren, wordt het moeilijker, omdat Nigeria echt
een ‘community based society’ is waar de gemeenschap essentieel is. Tegelijkertijd
merkt ze op dat het vaak ook heel goed werkt als vrouwen zich in een ander deel
van Nigeria vestigen dan waar ze vandaan komen, omdat ze daar niet bang hoeven
te zijn voor hun handelaren en in een nieuwe gemeenschap hun leven weer kunnen
opbouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten