dinsdag 15 april 2014

Safe Return in Bulgarije: Krachtgericht trainen in Bulgarije: “Provocation”, “Clarity” en “Beginning”

Dag 5, 11 april 2014 - Door Trijntje Kootstra vanuit Sofia 


Het project Safe Return richt zich op het bespreekbaar maken van terugkeer voor slachtoffers van mensenhandel en slachtoffers van huiselijk geweld vanaf het eerste moment van opvang in Nederland. Hiertoe is de methodiek Safe Future ontwikkeld, die gebaseerd is op een krachtgerichte benadering van cliënten. Slachtoffers die terug willen keren worden hierop voorbereid en teruggekeerde slachtoffers worden begeleid bij hun re-integratie. Hiertoe wordt in Nigeria samengewerkt met COSUDOW en in Bulgarije met Animus/La Strada Bulgaria. In Nederland participeren zes opvanginstellingen (ACM/HVO Querido, PMW Rotterdam/Humanitas, Jade Zorggroep, Moviera, Het Kopland, Blijf Groep), CoMensha, Pharos en de Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel in het Safe Return project onder penvoerderschap van de Federatie Opvang. Van 6 – 12 april 2014 vindt een werkbezoek plaats aan Bulgarije, waarbij o.a. de partnerorganisatie Animus/La Strada Bulgaria wordt getraind op een krachtgerichte benadering van terugkerende slachtoffers van mensenhandel. Daarnaast vindt een aantal gesprekken met ketenpartners plaats, en individuele gesprekken met cliënten en hulpverleners van Animus. Twee trainers van Blijf Groep en HVO Querido en de projectmanager van FO zijn hiervoor naar Bulgarije gereisd.



Tijdens de tweede trainingsdag op vrijdag 11 april komen veel casussen aan bod uit de dagelijkse praktijk van Animus. Het zijn soms heftige zaken, bijvoorbeeld van een cliënt die door haar vader is misbruikt en zelfs een kind van hem heeft gekregen, dat vervolgens ook wordt misbruikt. Hoe kun je zo iemand krachtgericht begeleiden? De deelnemers oefenen het maken van een krachteninventarisatie en actieplan tijdens een rollenspel. Eén deelnemer gaat zo op in de rol van cliënt dat het ons in verwarring brengt, vooral omdat het er op lijkt dat ze echt zit te huilen. Gelukkig blijkt ze vooral acteertalent te hebben!
De hulpverleners geven aan dat de krachteninventarisatie en het actieplan hen veel structuur bieden in wat de cliënt nodig heeft en als eerste wil aanpakken. Door vragen op een positieve manier te formuleren en vooral ook dóór te vragen, lukt het om de cliënt in beweging te krijgen en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Ze hebben er alle vertrouwen in dat ze hiermee in de hulpverlening uit de voeten kunnen.


Het is ook mooi om te zien hoe de methodiek Safe Future in de praktijk werkt: in Nederland is de structurele aandacht voor toekomstopties een aanvulling op de basismethodiek van krachtgericht werken, terwijl het in de landen van herkomst juist andersom werkt: hier is krachtgericht werken een aanvulling op de begeleiding van teruggekeerde cliënten. En samen vormt het een mooie verbinding tussen de hulpverlening in Nederland en de hulpverlening in het land van herkomst.

In de middag wordt ook geoefend met een ecogram, waarin de persoonlijke relaties en het sociale netwerk van een cliënt in beeld wordt gebracht. Daarna is het tijd voor de laatste oefening van deze twee dagen: het maken van een mindmap. De deelnemers brengen met veel creativiteit in beeld wat de training krachtgericht werken hen heeft gebracht. Als allerlaatste wordt hen gevraagd om in één woord de training te evalueren. “Reflection”, wordt er gezegd, net als “Beginning” en “Clarity”, maar ook “Emotional” en “Provocation”. Het is duidelijk dat de training veel in beweging heeft gebracht!

Wij sluiten de werkreis naar Bulgarije af met een korte terugblik samen met Animus en het maken van werkafspraken voor de komende maanden. Want er is nog genoeg te doen! Tenslotte vertrekken we zaterdagochtend om 6 uur weer richting het vliegveld om in Nederland van een zonnig weekend te genieten.

vrijdag 11 april 2014

Safe Return in Bulgarije: Krachtgericht trainen in Bulgarije: “Krachten? Ik?! Hoezo?!”

Bijdrage van Trijntje Kootstra vanuit Sofia, Bulgarije
11 april 2014

Drieëntwintig maatschappelijk werkers en psychologen van Animus hebben zich op donderdag 10 april verzameld voor de training Safe Future in Hotel Rila in Sofia. Ooit een communistisch bolwerk, waar de Bulgaarse partijelite (het ‘politbureau’) genoot van de lichte zalen en ruime balkons, getuigt het hotel nu vooral van vergane glorie. Met WiFi, dat wel, en meer dan dat heeft de moderne mens niet nodig.

We zien veel jonge gezichten in de zaal, maar ook wat oudere, medewerkers van het Crisiscentrum van Animus, van de ‘Moeder en Kind’ afdeling, van de telefonische hulpdiensten voor slachtoffers van geweld en de Kindertelefoon. Het gemiddelde opleidingsniveau is heel hoog (de meesten hebben een master’s degree) en de dames (er werkt slechts een enkele heer voor Animus) hebben hun theorie goed op orde. Er is dan ook meteen herkenning als we spreken over ‘strength based methods’.


We beginnen met het benoemen van onze eigen krachten en wat de deelnemers al gebruiken aan krachtgericht werken in hun dagelijkse praktijk. Wat opvalt is de bescheidenheid, vooral als het gaat om het benoemen van de eigen krachten. Er ontstaat enige discussie of dit nu ‘typisch Oost-Europees’ is of ‘gewoon’ vrouwen eigen. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Wat in ieder geval als een paal boven water staat is dat de methodiek aanslaat. We oefenen vandaag met het benoemen van de eigen krachten op een zelfgemaakte briefkaart en het maken van een eigen krachteninventarisatie, die dus over jouzelf als mens en als hulpverlener gaat. Eén van de hulpverleners merkt op dat dit zeer ongemakkelijk voelt en dat ze opeens begrijpt hoe dit voor een cliënt moet zijn die de hulpverlener nog maar nauwelijks kent, maar vaak wel heel intieme details met haar deelt. Dat is natuurlijk precies de ‘verborgen agenda’ van deze oefening J.

Ook de oefening over de zes basisprincipes van krachtgericht werken roept de nodige discussie op. Heel opvallend gebeurt precies hetzelfde als twee weken geleden in Nigeria: leuk en aardig allemaal, maar: ‘The client is in charge’?! Of zoals een deelnemer verwoordt: ‘Ja maar, moet je haar dan geen alternatieven geven als het overduidelijk is dat ze de verkeerde keuzes maakt?’ De trainers Julia Tchikhatcheva en Danijela Petrovic- Dadic leggen uit dat dit principe ook in Nederland nog regelmatig ongemak oproept, omdat je als hulpverlener zo graag wilt helpen en –stiekem- vaak ook nog wel denkt dat je het beter weet dan de cliënt zelf. Danijela doet aan de hand van een oefening voor hoe je een cliënt met vragen zelf tot een bepaalde conclusie kunt laten komen, zonder dat je het als hulpverlener allemaal voorkauwt en het jouw oplossing wordt in plaats van de hare. Dit werkt heel verhelderend!

De deelnemers aan de training kennen elkaar soms helemaal niet, omdat ze voor andere afdelingen van Animus werken of nog erg nieuw zijn in het werk en het is mooi om te zien hoe deze training verbindend werkt. Sowieso valt ons op hoe collegiaal men is onder elkaar. Animus besteedt heel veel tijd en energie aan intercollegiale intervisie en supervisie en dat is te merken.

In een andere oefening worden prachtige kaarten gemaakt waarin de eigen krachten naar voren komen. Het is duidelijk dat er binnen Animus veel creatief wordt gewerkt! Ook wordt gewerkt met woorden die herstel (‘recovery’) stimuleren of juist  belemmeren (‘non-recovery’). Wat ook opvalt is dat het de deelnemers duidelijk moeite kost om de krachteninventarisatie positief te formuleren en daar ‘krachtbronnen’ aan te verbinden, vooral als het om het hier en nu gaat. Naar het verleden kan men met een mild oog kijken en naar de toekomst vol verwachting, maar in het hier en nu zijn de vrouwen vooral heel kritisch op zichzelf en is het niet snel goed. Wat ze allemaal niet kunnen hoef je ze niet uit te leggen, maar waar ze goed in zijn en hun kracht uit halen, vinden ze een stuk lastiger. Met veel humor en een grote spiegel bereiken de trainers dat krachten die ‘heel gewoon’ worden gevonden, toch worden benoemd en op waarde geschat.

’s Avonds praten we nog even na met Nadia Kozouharova, national coordinator van het La Strada Programma van Animus, die ook één van onze ‘key persons’ in het Safe Return project is. Zij is heel tevreden met het resultaat van het trainingsprogramma en geeft ook aan dat het de medewerkers aan het denken heeft gezet over hun eigen professioneel handelen, precies wat we proberen te bereiken. Of zoals één van de deelnemers het verwoordde: “You need a special attitude to do this and you will really need to build a relationship of trust with your client to make this happen.”

Morgen (vrijdag 11 april) gaan we een nieuwe krachteninventarisatie maken, maar nu vanuit het perspectief van een cliënt waarmee ze in de praktijk hebben gewerkt. Vervolgens wordt daar een actieplan aan gekoppeld en als we tijd hebben, werken we ook nog met ecogrammen, waarin het netwerk van een cliënt in beeld wordt gebracht. Morgen is ook alweer de laatste dag van dit werkbezoek (we vertrekken zaterdagochtend heel vroeg) en het is ongelooflijk hoe snel deze week voorbij is gevlogen!

donderdag 10 april 2014

Safe Return in Bulgarije: Druk druk drukker: de Nederlandse Ambassade en A 21

Bijdrage van Trijntje Kootstra vanuit Sofia, Bulgarije
10 april 2014


Op woensdagmiddag 9 april hebben we een heel prettig en lang gesprek met de Nederlandse Ambassadeur in Sofia, Tom van Oorschot, en beleidsmedewerker Maya Karadimova. Begin mei komt een Nederlandse kamerbrede delegatie naar Bulgarije en Roemenië om kennis te vergaren over mensenhandel, dus ons bezoek aan de Ambassade komt heel gelegen. Tom van Oorschot en Maya Karadimova stellen veel geïnteresseerde vragen over wat het Safe Return project inhoudt en ter plekke wordt afgesproken om Animus bij het werkbezoek van de Nederlandse delegatie te betrekken en misschien ook het shelter te bezoeken.

In Roemenië is een politieman gevestigd bij de Nederlandse Ambassade die zich zowel in Roemenië als in Bulgarije met de bestrijding van mensenhandel, kindermishandeling, kinderporno en –sekstoerisme bezighoudt. Enige tijd geleden was er sprake van dat deze post zou worden opgeheven, maar hij is toch aangehouden door de omvang van het probleem. Van Oorschot en Karadimova geven aan dat het bijzonder –en zorgelijk- is dat er zoveel Bulgaarse slachtoffers in Nederland zijn, terwijl Bulgarije tegelijkertijd naar verhouding zo’n klein land is, bijvoorbeeld in vergelijking met Roemenië.

 

Na een hartelijk afscheid bij de Ambassade en een mooie foto met onze nieuwe koning op de achtergrond, lopen we door naar onze laatste afspraak van vandaag, de ‘new kid on the block’ in Bulgarije, A 21. A 21 is een van oorsprong Australisch initiatief dat een aantal jaren geleden is begonnen met opvang en begeleiding van slachtoffers van mensenhandel in Griekenland en inmiddels in veel verschillende landen zit, waaronder Thailand, Zuid-Afrika en Oekraïne. Sinds circa twee jaar zitten ze ook in Bulgarije. Daarnaast heeft A 21 ‘funding agencies’ in Australië, Groot-Brittannië, Noorwegen en de Verenigde Staten. Het geld komt van ‘private donors’ en lokale vertegenwoordiger Vicky Rough, een hartelijke en energieke Australische, geeft heel nadrukkelijk aan dat zij weliswaar ‘a woman of faith’ is, maar dat A 21 geen ‘faith based organization’ is. Met andere woorden: men evangeliseert niet. Ook wordt er heel duidelijk onderscheid gemaakt tussen prostitutie en mensenhandel, een ander heikel punt in het werkveld, en geeft Vicky Rough nadrukkelijk aan zich op bestrijding van mensenhandel te richten en niet op bestrijding van prostitutie. A 21 richt zich op de ‘vier P’s’ die ook in het Amerikaanse TIP report (een jaarlijks wereldwijd rapport over de stand van zaken met betrekking tot bestrijding van mensenhandel) terugkomen: Prevention, Protection, Prosecution en Partnership. In Bulgarije heeft A 21 een shelter waar plek is voor zes cliënten die er langere tijd kunnen worden begeleid. Daarnaast worden veel slachtoffers ambulant begeleid, waarbij A 21 de kosten op zich neemt voor huisvesting en vaak ook voor onderwijs en levensonderhoud. In totaal begeleidt A 21 op dit moment circa 30 cliënten in Bulgarije.

Door ervaring wijzer geworden gelden de eerste drie maanden van verblijf in het shelter als een ‘closed program’, waarbij cliënten alleen onder begeleiding het shelter verlaten en ook hun mobiele telefoon afgeven, om te voorkomen dat ze opnieuw in de handen van handelaren vallen. Soms is deze periode trouwens korter, afhankelijk van de individuele situatie van een cliënt. Er is dagbesteding voor de cliënten en de staf probeert de vrouwen zo snel mogelijk richting een zelfstandig leven te begeleiden.

Ook A 21 loopt tegen de problematiek van licht verstandelijk beperkte cliënten aan en geeft aan dat deze groep veel extra aandacht nodig heeft, maar dat ze wel worden opgenomen. Dit geldt ook voor cliënten met psychiatrische problematiek. Alleen cliënten met een acuut drugs- of drankprobleem kunnen niet worden opgenomen.

A 21 zoekt de samenwerking met de lokale NGO’s, maar dit komt nog niet helemaal op gang, men kijkt een beetje de kat uit de boom, is de ervaring van Vicky Rough. Ze neemt ons daarna mee naar het shelter dat zeer behaaglijk en ruim is en ronduit luxe voor Bulgaarse begrippen. Daarmee komt bijna een eind aan een lange dag en reizen we terug naar het hotel, waar inmiddels ook Danijela Petrovic Dadic van Blijf Groep is aangekomen. Zij komt Julia Tchikhatcheva van HVO Querido en mij versterken voor de Safe Future training die we morgen en vrijdag aan Animus gaan geven en waarbij Danijela en Julia de trainers zijn en ik mag ondersteunen. We zetten ’s avonds nog een paar puntjes op de i, daarna schrijf ik mijn blog en dan is het de hoogste tijd om te gaan slapen. Morgen is het weer vroeg dag!

Safe Return in Bulgarije: Druk druk druk: IOM, de grenspolitie en de State Agency for Security

Bijdrage van Trijntje Kootstra vanuit Sofia, Bulgarije
10 april 2014


Vandaag (woensdag 9 april) was een enorm drukke dag. Vanochtend om half 10 zaten we al bij IOM, daarna meteen door naar de State Agency for National Security en de Border Police, ’s middags een afspraak met de Nederlandse Ambassade in Sofia en tot slot een ontmoeting met A 21, een nieuw, van oorsprong Australisch initiatief in Bulgarije.

 
Radoslav Stamenkov van IOM werkt al bijna 10 jaar voor IOM in Bulgarije en kent het werkveld op zijn duimpje. Afgezien van het gebrek aan funding dat voor alle Bulgaarse NGO’s en ook voor een intergouvernementele organisatie als IOM altijd een grote belemmerende rol speelt, ziet hij een aantal andere belangrijke issues op het gebied van veilige terugkeer. IOM Bulgarije werkt nauw samen met zijn counterparts in het westen, waaronder Nederland, maar toch is het aantal terugkeerders beperkt dat gebruik wil maken van de (bescheiden) mogelijkheden tot ondersteuning. We bespreken dat dit vaak te maken heeft met wantrouwen ten opzichte van autoriteiten, angst dat ze met de politie moeten praten bijvoorbeeld, terwijl ze hier niet toe verplicht zijn. Ook is er angst voor stigmatisering, om als prostituee te boek te komen staan. Verder observeert Stamenkov dat er veel laagbegaafde cliënten zijn onder de terugkeerders, die niet in staat zijn om een bedrijf te starten of een baan te vinden die voldoende betaalt om te kunnen overleven. Daarmee zijn ze enorm kwetsbaar om opnieuw verhandeld te worden. Hij merkt ook op dat de bestaande preventiecampagnes in Bulgarije vaak veel te algemeen zijn. Een poster op een vliegveld is prachtig, maar je bereikt er geen Romameisje mee dat per auto de grens wordt overgesmokkeld en bovendien niet kan lezen of schrijven. Hij stelt dat het belangrijk is om als Bulgaarse overheid te erkennen dat de Roma en Turkse minderheden in Bulgarije specifieke kwetsbare doelgroepen zijn en dat de preventie daarop afgestemd moet worden. Daarnaast stelt Stamenkov dat het in Bulgarije ontbreekt aan gespecialiseerde advocaten en rechters en dat verbetering hierin tot meer succesvolle strafzaken zou kunnen leiden. Het Nederlandse Helsinki Comité is overigens onlangs een project gestart in Bulgarije om advocaten hierop te trainen.

Vanuit IOM kan steun worden gegeven bij veilige terugkeer en re-integratie door het verstrekken van een ticket, ophalen van het vliegveld, onderbrengen in een staatsshelter of het shelter van Animus en het regelen van praktische zaken zoals een medische verzekering. Maar ook vooraf kan IOM helpen bij het maken van een risico-inventarisatie.  Stamenkov vertelt dat IOM medewerkers bijvoorbeeld kunnen uitzoeken of veilige terugkeer naar een bepaalde stad mogelijk is, door ter plekke poolshoogte te nemen. Ook is er soms een terugkeerbudget beschikbaar, afhankelijk van uit welk land en met welke organisatie de cliënt terugkeert.

 
Na het gesprek met IOM haasten we ons terug naar Animus, waar we Dimitrina Boyanova van de Border Police en Olga Rangelova van de State Agency for National Security ontmoeten. Olga Rangelova houdt zich uitsluitend bezig met de samenwerking met de Nederlandse politie inzake mensenhandel en heeft drie weken geleden nog met de politie en opvang in Groningen de terugkeer van een licht verstandelijk beperkt meisje geregeld, dat vervolgens door Animus is opgevangen. In die zaak waren drie jonge vrouwen uit de prostitutie gehaald, maar slechts één wilde aangifte doen en wilde daarna zo snel mogelijk terug. Rangelova’s betrokkenheid bij de cliënten is heel groot, wat onder andere blijkt als zij ons vraagt of wij een verklaring kunnen opvragen bij de opvang dat de cliënt inderdaad bij hen zat in de tijd dat ze eigenlijk haar medische verzekering had moeten verlengen. Anders moet de cliënt dat in Bulgarije zien te regelen en dan is de kans heel groot dat uitkomt dat ze in de prostitutie heeft gewerkt en dat wil Rangelova graag zien te vermijden. Zij legt uit dat de State Agency door het hele land lokale contactpersonen heeft die contact onderhouden met de cliënten nadat ze naar hun eigen dorp of stad zijn teruggekeerd (of zich elders hebben gevestigd). Op die manier heeft ze nog bijna dagelijks contact met de ‘Groningse’ cliënt die inmiddels terug is bij haar familie.

Ongeveer de helft van de Bulgaarse grenspolitie is nu getraind op het herkennen van signalen van mensenhandel, vertelt Dimitrina Boyanova en ook in het algemeen curriculum van de politieacademie is enige aandacht voor het onderwerp. Hier kan echter nog wel het één en ander in worden verbeterd.

Boyanova en Rangelova bevestigen ook de praktijken van de zogenaamde ‘babyhandel’, waarbij zwangere vrouwen naar Griekenland worden gebracht om daar hun baby na de geboorte af te staan. In de Griekse wetgeving is het mogelijk om een kind pas aan te geven nadat het is gedoopt en dit kan soms wel een maand of langer duren. De vrouwen, vaak analfabeet of laaggeletterd, ‘ondertekenen’ een document waarin ze afstand doen van hun baby, zodat de weg openstaat voor adoptie door een Grieks paar. Als het kind eenmaal is afgestaan, is het bijna onmogelijk om het nog terug te krijgen door de moeder. Boyanova en Rangelova vertellen dat ze zo’n 7-8 van dit soort gevallen per jaar meemaken.

Net als andere gesprekspartners bevestigen ook zij dat veel cliënten moeite hebben om de politie en autoriteiten te vertrouwen en dat dit terugkeer belemmert. Tegelijkertijd beklemtonen zij opnieuw dat slachtoffers niet verplicht zijn om aangifte te doen en mee te werken met de politie, ook al zien zij dat uit hoofde van hun functie natuurlijk wel graag om de daders aan te kunnen pakken. Daarnaast geven ze aan dat er in Sofia voldoende werk is, met name in de lager gekwalificeerde beroepen.

woensdag 9 april 2014

Safe Return in Bulgarije: Hulp voor kinderen

Bijdrage van Trijntje Kootstra vanuit Sofia, Bulgarije
10 april 2014

Op dinsdagmiddag 8 april bezoeken we de State Agency for Child Protection die zich inzet voor bescherming van kwetsbare Bulgaarse kinderen in het buitenland. Dan gaat het bijvoorbeeld om kinderen, vooral van Roma afkomst, die door hun ouders of andere familieleden worden uitgebuit om te bedelen of te stelen of die seksueel worden uitgebuit. De kinderen komen vooral terecht in Griekenland, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Spanje, Italië, Zweden en ook Nederland. Ze worden van jongs af aan ‘getraind’ om te leren bedelen of stelen. Soms reizen ze met hun familie van land tot land en onderwijs volgen ze meestal niet of nauwelijks. Als ze door de politie worden opgepakt, komt het bijna nooit tot een rechtszaak, omdat de kinderen loyaal zijn aan hun ouders of andere familieleden. In 2013 alleen al hadden Milena Dyankova en Mila Tashkova van de State Agency 60 van zulke zaken onder hun hoede van uitgebuite kinderen die onder begeleiding terugkeerden naar Bulgarije. In 27 gevallen ging het om aanzetten tot bedelarij, in 23 gevallen om diefstal en er waren 10 gevallen van seksuele uitbuiting (met meisjes van 16, 17 jaar).  De meeste gevallen vonden plaats in Griekenland, gevolgd door Frankrijk.

Als de kinderen door de lokale autoriteiten uit de uitbuitingssituatie worden gehaald, worden ze onder begeleiding teruggebracht naar Bulgarije. IOM is hen daarbij behulpzaam. Daar komen ze in staatsinstellingen voor minderjarigen terecht en wordt na een risico-inschatting gekeken of ze terecht kunnen bij een betrouwbaar familielid. Als dat niet het geval is blijven ze in de instelling tot hun 18e. Helaas blijkt in de praktijk dat veel minderjarigen in deze instellingen extra kwetsbaar zijn en vaak benaderd worden door mensenhandelaren. Daarmee dreigen ze in een vicieuze cirkel terecht te komen.

Dit wordt beaamd door Donka Petrova die de National Helpline for Children leidt, een soort kindertelefoon, die door de State Agency wordt betaald, maar wordt gerund door Animus. De Kindertelefoon krijgt regelmatig telefoontjes van jongeren die in een opvanginstelling verblijven en het slachtoffer dreigen te worden van ‘loverboys’ met mooie praatjes die hen willen verleiden weg te lopen, om ze vervolgens in de prostitutie te brengen. De Kindertelefoon is 24 uur per dag bereikbaar en krijgt 300 – 350 telefoontjes per etmaal,  meer dan 10.000 per maand. Dit zijn niet alleen telefoontjes over geweld en uitbuiting, er komen ook ‘gewone’ problemen aan bod, zoals ruzie met ouders, liefdesverdriet en problemen op school. Kinderen vanaf een jaar of 10 bellen zelf, maar regelmatig wordt er ook door ouders, familieleden of andere betrokkenen gebeld die zich zorgen maken over een kind. De telefonische hulpdienst heeft daarbij ook een preventieve functie en het is al een aantal keren gelukt om op het laatste moment te voorkomen dat een minderjarige met onbekende bestemming naar het buitenland verdween. De bellers blijven anoniem, maar als er echt een dreigende situatie ontstaat proberen de hulpverleners hen er wel van te overtuigen om hulp te accepteren en zich bekend  te maken. In het uiterste geval wordt soms met behulp van lokale politie geprobeerd om de verblijfplaats van een kind te achterhalen, om te voorkomen dat het in verkeerde handen valt.
 

Safe Return in Bulgarije: Animus Association/La Strada Bulgaria

Bijdrage van Trijntje Kootstra vanuit Sofia, Bulgarije
9 april 2014

Op maandagmiddag en dinsdag maken we nader kennis met Animus Association/La Strada Bulgaria. Ik ken Animus al vanaf 1998, toen ik nog algemeen coördinator van het La Strada Programma was en Animus onze nieuwe partner in Bulgarije werd. Animus was toen al een begrip in Bulgarije, omdat het de eerste NGO was die zich inzette voor hulpverlening aan vrouwen die het slachtoffer werden van geweld. Sindsdien is de organisatie alleen maar gegroeid en tegenwoordig werken er meer dan 55 betaalde medewerkers en nog eens 20 vrijwilligers. Er is een crisiscentrum met 8 bedden, een ‘moeder en kind’ unit voor residentiële opvang van jonge moeders en een afdeling maatschappelijk werk (allemaal gefinancierd door de gemeente). Ook runt Animus een nationale telefoonlijn voor slachtoffers van geweld en een kindertelefoon die allebei 24 uur per dag bereikbaar zijn en door de nationale overheid worden gefinancierd. Daarnaast is er een centrum voor psychotherapie met speciale programma’s voor volwassenen en kinderen, waar niet alleen slachtoffers van geweld, maar ook andere cliënten terecht kunnen. Tot slot verzorgt Animus ook veel training en wordt er onderzoek gedaan, dat vervolgens weer voor lobby en advocacy wordt gebruikt. En zo is de cirkel rond.

 
We spreken op beide dagen veel medewerkers en ook cliënten die in het crisiscentrum verblijven dat helemaal vol is. Anni, de directeur van het Crisiscentrum, vertelt dat er op jaarbasis zo’n 100 cliënten verblijven. Sommigen maar één nacht, andere drie maanden. Animus is hier flexibel in, het hangt van de behoeften en de mogelijkheden van de cliënten af. Jongens t/m 12 jaar kunnen met hun moeder worden opgevangen. Vorig jaar werden 35 slachtoffers mensenhandel opgenomen, grotendeels uit het buitenland en 65 slachtoffers van huiselijk geweld.  Slachtoffers die op het vliegveld of met de bus aankomen worden opgehaald en naar het shelter gebracht dat op een geheime plek zit. Bij Animus kunnen ze aanspraak maken op psychosociale begeleiding, juridische begeleiding, een medische check-up, begeleiding om werk te vinden, eigenlijk alle begeleiding die nodig is om weer een zelfstandig leven op te bouwen. In het shelter zijn 24 uur per dag hulpverleners aanwezig. Voor counseling en bijvoorbeeld ook gespecialiseerde hulp voor de kinderen kunnen cliënten terecht in het kantoor van Animus.

Net als in Nederland is er bij bijna alle cliënten sprake van multiproblematiek en ook is er een structureel tekort aan plaatsen. Wat hierin ook een rol speelt is dat cliënten alleen een beroep op voorzieningen kunnen doen in de plaats waar zij vandaan komen en meestal is dat niet Sofia. Dat betekent dat het bijvoorbeeld heel moeilijk is om in Sofia woonruimte toegewezen te krijgen en een sociale uitkering is al helemaal niet mogelijk. De vrouwen worden dan ook zo snel mogelijk richting werk begeleid en als wij overdag in het opvanghuis aankomen zijn bijna alle vrouwen buiten de deur. Aan het eind van de middag druppelen de cliënten weer binnen en is het mogelijk met een aantal van hen te praten.

De buitenlandse slachtoffers van mensenhandel die naar Bulgarije terugkeren komen vooral uit Duitsland en Oostenrijk, omdat Animus daar nauw samenwerkt met lokale NGO’s die ook veel Bulgaars sprekende ‘cultural mediators’ inzetten. Vanuit Nederland is drie weken geleden een jonge vrouw uit een Romafamilie teruggekeerd die licht verstandelijk beperkt was. Anni vertelt dat het lastig was om haar goed te begeleiden, omdat ze slecht Bulgaars sprak en zelfs simpele vaardigheden zoals telefoneren niet goed beheerste. De Bulgaarse politie heeft haar handelaar al heel snel opgepakt en het meisje verblijft nu weer bij haar familie in de grensstreek met Griekenland en Turkije. Animus heeft nog één keer telefonisch contact met haar gehad en heeft –voordat ze naar haar familie terug ging- een risicoanalyse van haar situatie gemaakt. Het vermoeden bestond dat de familie op de één of andere manier bij de mensenhandel betrokken was, maar het was niet hard te maken en het meisje wilde heel graag naar haar ouders terug. Op zo’n moment moet je de cliënt toch laten gaan en het enige dat je dan kunt doen is zorgen dat ze de contactgegevens van de hulpverlener bij zich heeft. Bij cliënten die vanuit Animus naar een ander shelter vertrekken is het meestal wel mogelijk om wat langer contact te houden.

Wat opvalt als wij rondlopen in het kleine shelter is dat het er heel licht en verzorgd uit ziet en ook heel rustig aan doet. Er zijn in totaal twee slaapkamers voor de cliënten en een grote woonkeuken. Cliënten en hun kinderen delen de slaapkamers en over het algemeen gaat dat prima, vertelt Anni. Ook levert het weinig problemen op dat sommige vrouwen slachtoffer zijn van huiselijk geweld en anderen van mensenhandel. “Ze weten het vrij snel van elkaar en praten er ook open over,” vertelt Anni, “Dat hoeft natuurlijk niet, maar omdat ze letterlijk en figuurlijk veel met elkaar delen, gebeurt het al snel.”

Op dinsdagmiddag hebben we ook een bezoek afgelegd aan de State Agency for Child Protection die zich inzet voor bescherming van kwetsbare Bulgaarse kinderen in het buitenland, die bijvoorbeeld worden gedwongen om te bedelen of te stelen of seksueel worden uitgebuit. Maar daarover meer in het volgende blog! Blijf ons volgen!
 

dinsdag 8 april 2014

Safe Return in Bulgarije: ontmoeting met de National Commission against Traffic in Human Beings en nationaal verwijsmechanisme

Bijdrage van Trijntje Kootstra vanuit Sofia, Bulgarije
8 april 2014
 

Het project Safe Return richt zich op het bespreekbaar maken van terugkeer voor slachtoffers van mensenhandel en slachtoffers van huiselijk geweld vanaf het eerste moment van opvang in Nederland. Hiertoe is de methodiek Safe Future ontwikkeld, die gebaseerd is op een krachtgerichte benadering van cliënten. Slachtoffers die terug willen keren worden hierop voorbereid en teruggekeerde slachtoffers worden begeleid bij hun re-integratie. Hiertoe wordt in Nigeria samengewerkt met COSUDOW en in Bulgarije met Animus/La Strada Bulgaria. In Nederland participeren zes opvanginstellingen (ACM/HVO Querido, PMW Rotterdam/Humanitas, Jade Zorggroep, Moviera, Het Kopland, Blijf Groep), CoMensha, Pharos en de Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel in het Safe Return project onder penvoerderschap van de Federatie Opvang.

Van 6 – 12 april 2014 vindt een werkbezoek plaats aan Bulgarije, waarbij o.a. de partnerorganisatie Animus/La Strada Bulgaria wordt getraind op een krachtgerichte benadering van terugkerende slachtoffers van mensenhandel. Daarnaast vindt een aantal gesprekken met ketenpartners plaats, en individuele gesprekken met cliënten en hulpverleners     van Animus. Twee trainers van Blijf Groep en HVO Querido en de projectmanager van FO zijn hiervoor naar Bulgarije gereisd.

 
Anita Dimitrova, senior expert van de National Commission for Combatting Trafficking in Human Beings, is een vriendelijk ogende brunette die ons op maandagochtend 7 april te woord staat in het kantoor van onze partner Animus/La Strada Bulgaria. Informeel kunnen we met elkaar praten in het Duits, Russisch, Bulgaars en een beetje Engels (talen die door minstens één van ons worden gesproken), maar voor het ‘echte’ interview werpt Donka Petrova van Animus zich op als tolk.

De National Commission is een overheidsinstelling en qua functie enigszins vergelijkbaar met CoMensha. De Commission is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en implementeren van beleid en registreert gegevens met betrekking tot slachtoffers van mensenhandel. Ook speelt zij een rol in het verwijzen van slachtoffers naar adequate hulp.

 
Dimitrova merkt op dat NGO’s in Bulgarije een essentiële rol vervullen. Er zijn twee opvanghuizen die door de staat worden gefinancierd, in Varna en Burgas, maar de dagelijkse begeleiding is in handen van NGO’s. De capaciteit is beperkt en daarom zijn er twee nieuwe opvanghuizen in ontwikkeling, waarvan in ieder geval één in Sofia zal worden gevestigd en ook die zullen door NGO’s worden gerund. Gedacht wordt aan een voorziening die lijkt op ons ‘begeleid wonen’, waarbij cliënten langere tijd in een appartement kunnen wonen als overgang naar geheel zelfstandig verblijf.

 Ook bij het ontwikkelen van het Bulgaarse verwijsmechanisme mensenhandel, de National Referral Mechanism, hebben NGO’s een cruciale rol gespeeld. Onze partner Animus en La Strada International hebben het initiatief genomen en het Bulgaarse nationale verwijsmechanisme in nauwe samenwerking met de National Commission, betrokken Ministeries en andere ketenpartners ontwikkeld. Het Bulgaarse verwijsmechanisme is al in 2010 ontwikkeld, met financiële steun van o.a. het Nederlandse Matra Programma en biedt een helder overzicht van alle stappen die gezet moeten worden om slachtoffers van mensenhandel bescherming te bieden en daders aan te pakken. Het is een kwalitatief hoogwaardig stuk, waarvan ook bij het ontwikkelen van de Safe Future methodiek dankbaar gebruik van is gemaakt, met name van het deel dat over veilige terugkeer gaat.

Natuurlijk loopt ook in Bulgarije niet alles vlekkeloos als het om de implementatie van beleid en samenwerking gaat. Anita Dimitrova merkt op dat het de Commission niet lukt om de gegevens van alle slachtoffers te verzamelen, omdat veel slachtoffers zich überhaupt niet melden voor hulp, of als zij wel zijn geïdentificeerd door de politie of NGO’s  regelmatig weigeren om mee te werken. Op zo’n moment kan de Commission de gegevens niet goed verwerken. Ook in het samenwerken met buitenlandse partners is er nog wel eens sprake van wantrouwen over wat er met de gegevens gebeurt, waardoor ook geen volledig beeld kan worden gegeven. Daarnaast komt de informatie over een terugkeerder vaak veel te laat, waardoor het moeilijk is om adequate hulp te regelen. Dimitrova benadrukt dat gegevens anoniem worden verwerkt, maar dat het soms wel nodig is dat de Bulgaarse politie nog contact met het slachtoffer heeft voor vervolging van de daders in Bulgarije. Overigens mag een slachtoffer wel weigeren om hieraan mee te werken en het is ook geen voorwaarde voor het ontvangen van hulp.


Het Bulgaarse beleid heeft veel overeenkomsten met het Nederlandse beleid, waarbij ook sprake is van een bedenktijd (1 maand) en een tijdelijke verblijfsvergunning als het om een buitenlands slachtoffer in Bulgarije gaat. De Commission heeft in 2013 154 slachtoffers geregistreerd, waarbij 2/3 uit het buitenland kwam en en 1/3 uit Bulgarije zelf. Het gaat zowel om uitbuiting in de prostitutie als om overige uitbuiting. Maar dit is dus maar het topje van de ijsberg, omdat veel slachtoffers niet meewerken aan registratie. In Bulgarije zijn politie en NGO’s ook niet verplicht om gegevens beschikbaar te stellen aan de Commission zoals dat in Nederland wel bij wet is geregeld met betrekking tot CoMensha. Het zal geen verbazing wekken dat Dimitrova dit ook in Bulgarije graag zo geregeld zou zien.


De Commission werkt veel samen met organisaties in Duitsland en Oostenrijk, maar ook met Nederland heeft men wel contact. Op dit moment loopt er bijvoorbeeld een zaak van een minderjarig slachtoffer dat terug wil keren naar Bulgarije. We maken de afspraak om te kijken of CoMensha hierbij betrokken kan worden, zodat er ook vanuit Safe Return een bijdrage kan worden geleverd voor een goede re-integratie van dit meisje. Sowieso wordt afgesproken om contact te blijven houden over veilige terugkeer van Bulgaarse slachtoffers.

woensdag 2 april 2014

3de Wereldconferentie Vrouwenopvang in Nederland

De Federatie Opvang heeft het initiatief genomen voor de organisatie van de 3de Wereldconferentie Vrouwenopvang. Met enthousiasme  is positief gereageerd op het verzoek  van wereldwijde netwerk vrouwenopvang. Natuurlijk is het organiseren van een dergelijk wereldconferentie een grote uitdaging. Op dit moment zijn de plannen ver gevorderd.

Zowel de landelijke overheid als de gemeente Den Haag staan positief tegenover het initiatief. Den Haag als stad van Vrede en Recht is  de aangewezen stad en het World Forum, gezien hun ervaring met internationale congressen, de ideale locatie voor deze grootschalige conferentie. Daarbij heeft het bestuur van GNWS besloten dat de gemeente Den Haag haar standplaats wordt.
Het ministerie van VWS heeft een subsidie toegekend voor de opstartfase. Vanuit de Federatie Opvang is een enthousiaste initiatiefgroep actief die samen met een extern ingehuurd projectteam op zoek is naar sponsors, internationaal gezaghebbende sprekers en ambassadeurs, om te zorgen dat de conferentie een groot internationaal succes wordt.

Geweld in huiselijke kring  en geweld tegen vrouwen is wereldwijd een groot probleem. Recente onderzoeken bevestigen dat 1 op de 3 vrouwen in haar leven slachtoffer is van geweld. De vrouwenopvang heeft een belangrijke rol in de aanpak van deze problematiek door het bieden van opvang, bescherming en hulpverlening aan slachtoffers en behartiging van hun belangen. De organisaties in de diverse landen hebben te maken met problemen van gelijke aard, maar soms ook met verschillen. De wereldconferentie biedt een goede gelegenheid om kennis en ervaring met elkaar te delen en tegelijkertijd de aanpak van geweld in huiselijke kring  hoog op de politiek agenda te houden.

Voor Nederland is het organiseren van de wereldconferentie een ideale gelegenheid om de opgebouwde expertise beschikbaar te stellen aan andere landen en om zelf te leren van de ervaringen in de aanpak van geweld uit andere werelddelen.
 
De 1e Wereldconferentie Vrouwenopvang was in Canada in 2008. Daar is het Global Network of Women’s Shelters (GNWS) opgericht om te zorgen dat het niet bij een eenmalige bijeenkomst blijft. Nederland was vertegenwoordigd bij de initiatiefnemers en lid van het interim bestuur. De 2e wereldconferentie vond plaats in Washington in 2012 en was wederom een groot succes. Beide  conferenties voorzagen in een duidelijke behoefte. Ze gaven een platform aan medewerkers uit opvangorganisaties overal ter wereld en aan vrouwengroepen/actiegroepen die in hun land – soms tegen de verdrukking in en daardoor geïsoleerd – werken aan het bestrijden van geweld tegen vrouwen en kinderen.

En nu dan de 3de wereldconferentie in Nederland. Als alle partijen bereid zijn te investeren in deze belangrijke bijeenkomst. Al meer dan 5000 mensen uit verschillende landen hebben hun belangstelling  voor deelname aan een derde conferentie te kennen gegeven. We verwachten tussen de 1.500 - 2.000 deelnemers uit minimaal 90 verschillende landen. 

Indien u dit initiatief (financieel) wilt steunen of een internationaal interessante spreker kunt organiseren, wijzen we u graag op de online brochure voor meer informatie en contactgegevens: http://www.opvang.nl/3wcws/